oktober 6, 2024

Frankrijk 2007

Dag 1 (zaterdag 12 mei 2007).

Planning: in de buurt van Reims
Terechtgekomen in: Arcis sur Aube
Gereden: 445 km.

Onze eerste reisdag verliep heel goed. Zoals gepland om 10.00 uit Vlijmen vertrokken. Zoals verwacht zat ik om 10.15 al aan mijn eerste broodje kaas, he he.. maf is dat, onderweg zijn: dan moet ik altijd broodje kaas. ?
Doel was in Reims te geraken, maar we maakten zulke goeie kilometers, dat we nog 100 km verder zijn gereden. (Dat betekent dat de rit morgen naar Macon 100 km korter is.)
We verruilden de fikse regenbuien voor alleen nog donkere wolken en daarna zon (hier is het 22 graden en onbewolkt), en zagen het landschap veranderen van vlak naar glooiend.
Dankzij de info op www.campercontact.nl vonden we een hele leuke camping om te overnachten in Arcis Sur Aube, tussen Reims en Troyen in.

Mooie camping, Nederlandse eigenaar (een Limburger). En voor 15 euro staanplaats, stroom, gratis douchen en gratis wifi. Camping ligt op een soort eilandje, helemaal omgeven door water.
Het dorpje (of misschien is het wel een stadje) was op loopafstand te bereiken. Weinig te doen daar. We kozen een restaurantje dat de uitstraling had van een eetcafé, maar het was best duur, niet erg lekker en we zijn wat de wijn betreft afgezet: 10 euro voor een karafje van een halve liter. Ineens wist ik het weer: in Frankrijk moet je gewoon een glas huiswijn vragen…
Morgen door naar Macon.

Opmerking: na jarenlang niet gecampeerd te hebben, merk je hoeveel er veranderd is. Waar je eerst het thuisfront een ansichtkaart stuurde, (die altijd pas aankwam als jij zelf al weer thuis was), zit je nu in je campertje je kids en je vrienden te mailen waar je vertoeft. En waar je vroeger naarstig op zoek moest naar een telefooncel, stuur je nu snel een smsje met je mobieltje.
En sinds de komst van de euro niks, nada, niente meer omrekenen van gulden naar Franse francs en omgekeerd…. Perfect voor mensen met mijn (gebrek aan) hoofdrekencapaciteiten. 😉

Dag 2 (zondag 13 mei 2007).

Planning: in de buurt vanMacon
Terechtgekomen in: Macon
Gereden: 227 km.

Na een prachtige rit “”binnendoor”, al om 14.30 uur gearriveerd op de municipal camping in Macon. Onderweg veel gezien, veel campers tegengekomen (ook hier groet bijna iedereen elkaar door te zwaaien, sommigen knipperen ook met hun koplampen), door veel kleine dorpjes gereden, kudde nonnen tegengekomen, veel kuddes witte luie relaxte koeien gezien onderweg, en een paar haarspeldbochten en 10 % hellingen ervaren (viel mee hoor, was niet spectaculair). We kwamen bij een tankstation een stelletje tegen dat op huwelijksreis was, die vroegen ons welke brandstof ze nou eigenlijk in de camper moesten gooien.. zij hadden voor hun huwelijksreis die camper te leen gekregen van vrienden. Ze wilden zeker tot Nice reizen en de kersverse bruidegom was erg stellig in zijn voornemen net zo lang door te rijden, totdat ie in een korte broek in de zon kon gaan liggen. ?
Maar dus deze dag lekker vroeg op plaats van bestemming en toen was het tijd om te lamballen (een lui mens als ik moet ook onderweg toch mijn lambal-momenten wel inbouwen, he). ? Onze planning lijkt vooralsnog niet te hoog gegrepen.
Het waaide hier vanmiddag behoorlijk, maar goed ook, want zelfs met die wind was het warm! ’s Avonds werd het windstil en hebben we tot 0.00 uur buiten gezeten – het voelde als een heerlijke zachte zomeravond – en om 0.01 werd het 14 mei, en werd ik daar in Macon zomaar zachtjes 46! Ik was aangenaam verrast dat Wil een cadeautje voor me had meegesmokkeld: 4 prachtige ornamentjes voor aan mijn Pandora armband.

Opmerking: toch raar hoe dat werkt met een taal geleerd hebben, he. Mijn Frans was vroeger redelijk, heb er zelfs eindexamen in gedaan met een 8 als eindcijfer, daarna ver weggezakt. En toch blijk je de basis nog te hebben en blijkbaar spitten je hersenen die info gewoon door…. Ik wist er bij de receptie zowaar een paar Franse zinnen uit te persen die er redelijk vloeiend uit kwamen rollen en die blijkbaar ook nog prima te begrijpen waren. Kon ineens de woorden weer vinden.

Dag 3 (maandag 14 mei 2007) De pechdag.

Planning: in de buurt van Montpellier
Terechtgekomen in: Marseillan Plage
Gereden: 398 km.

Zo mooi het weer in Macon gister was, zo slecht was het toen we wakker werden. We vertrokken vanochtend met regen. Dat hadden we op weeronline al gezien, de dag dat wij in Macon zouden zijn was het nog 24 graden en zon, de dag van vertrek zou nog maar 17 graden zijn en regen. Dat klopte als een zwerende vinger. En regenen deed het onderweg. Tjonge jonge, hoosbuien, giga slecht zicht… we hadden ook blijkbaar een bordje gemist, want we reden verkeerd. Dus terug naar Lyon en de goeie weg weer zoeken. Een aantal uren echt heel langzaam moeten rijden vanwege de zware regenval. Maar goed, we zouden helemaal naar zuid-Frankrijk gaan, dus we reden wel het goede weer tegemoet. Ter hoogte van Nimes maar besloten het laatste stuk van de rit de tolweg te nemen. De zon brak door en alles oogde weer zomers en vrolijk, en we zaten net op de tolweg: KNAL… klapband links achter. Nog een geluk dat we op de rechterbaan zaten en dat Wil de camper veilig op de vluchtstrook kreeg. Pff… schrikken hoor. ( We hebben het eerder meegemaakt met een vouwwagentje, maar dat voelt toch anders). Wil snel zijn knalgele pech-hesje aangetrokken, gevarendriehoek uit… de vrachtwagens raasden langs ons heen, de camper stond gewoon te schudden van de druk en mijn grootste angst was dat ze Wil van zijn sokken zouden rijden. Er lag een krik in de camper, maar de bouten in het wiel zaten muurvast.. ANWB alarmcentrale gebeld, maar die zeiden niets voor ons te kunnen doen, tolweg is privé-terrein, he. Dus Wil vertrok met een paar zinnen in het Frans op een kladje naar een praatpaal om hulp in te gaan roepen. Hij was net ongeveer 500 meter op weg, toen er achter me een patrouille-wagen van Route du Sud stopte. Of ik Frans sprak en of dat mijn man was, die daar op de vluchtstrook liep – we zagen hem toen nog lopen – Een beetje en ja, inderdaad, man was op weg om hulp in te roepen. Ik Wil roepen, patrouille-man schel fluiten, maar Wil hoorde ons natuurlijk niet en verdween uit het zicht. Ik moet bekennen dat ik met opzet steeds angstig de oogjes opensperde als er weer een vrachtwagen voorbij raasde en dat werkte, want de man keek me zo eens geruststellend aan, zei: “Moment, madame’” en ging pionnen zetten op de rijbaan naast de vluchtstrook, zodat de vrachtwagens gedwongen waren op afstand te blijven. Verder in mijn beste Frans met die man gepraat, uitgelegd dat Wil op weg was naar een praatpaal en geen Frans sprak en dat hele eind weer terug zou moeten lopen. De man dacht ff na, nam een besluit en zei me, dat ie Wil wel even ging zoeken en terugbrengen en dat hij voor ons een garage zou bellen. Dus hij over de vluchtstrook met zwaailichten aan, Wil oppikken, in zijn achteruit weer terug over de vluchtstrook. Garage gebeld en de monteur was snel ter plekke. Had de reserve-band er ook zo onder zitten. Echter: bij die garages begint de meter dus te lopen vanaf dat ze het telefoontje krijgen totdat ze weer terug zijn in de garage. Kosten – schrik niet (wij schrokken wel trouwens) – 198 euro!!   Eh… voor enkel maar de band verwisselen, he, die band was van onszelf… (En dan hadden we nog mazzel dat ie dat ter plekke deed, want anders waren we afgesleept naar de garage, en gesleept worden is helemaal schrikbarend duur..
Dat was wel even slikken, maar goed, we konden in elk geval onze reis voortzetten. ( ik vond het een typisch gevalletje van “toeristje-naaien’, maar je zit in een afhankelijke positie en wat kan je doen, he… “haal die band er dan maar weer af” is ook geen optie, het rijdt zo moeilijk met maar 3 banden).
Maar tegen de tijd dat we bij de camping aankwamen die ons op internet zo leuk leek, was daar de receptie allang dicht. Bovendien stond de sfeer ons daar niet aan, beetje sfeertje bungalow-park (eenheidsworst) en verder erg… doods. Dat is misschien het goeie woord. Maar okee, wat nu… we hadden onderweg nog wat campings gezien, dus weer op weg en een paar campings geprobeerd, maar daar was de receptie en het hek ook al dicht. Daar zaten we dan, 50 km voorbij Montpellier, bestemming Agde en alles dicht…
Dus maar weer een stukje terug in de hoop toch nog een camping of camperplaats te vinden. En die vonden we: Camping Le Paradou in Marseillan Plage.
Receptie was ook gesloten, maar er stond heel gastvrij op het bord geschreven, dat als de receptie dicht was, je gerust toch een plaatsje mocht kiezen. De poort was nog open en er brandden uitnodigende lichtjes langs de oprit. De hond van de eigenaar sloeg aan en er kwam een man aangelopen die blijkbaar de honneurs waarnam als de eigenaar er niet was.
En bien sure, we waren welkom, 14,50 euro per nacht incl. stroom en zoek maar een plaatsje hoor. Dit is een heel klein campinkje, maar de douches zijn schoon, heet en gratis. En de plaatsen zijn erg ruim.

Mijn verjaardagsdiner bestond uit chili con carne uit blik om 21.30 uur, maar wél met een lekkere ijskoude Chardonnay erbij. 
All is well that ends well: wat bleek: Wil zette de camper neer en ik zag een paar meter verder een doorgang naar de duinen.
Dus ik klom nieuwsgierig omhoog en wat bleek: We zaten op 3 min. loopafstand van de middellandse zee!
Dat is dan toch weer een positief einde aan een dag die al niet goed begon en gaandeweg nog slechter werd.

Opmerking: Hoewel Wil en ik vaak botsen wat persoonlijkheid en meningen betreft, zijn we toch een goed team, ook in geval van tegenslag. Dan werken we samen, zoeken oplossingen, zitten niet bij de pakken neer en zo komen we weer op onze pootjes terecht. Een klapband, dat is een giga knal en je camper gaat zwalken, is even onbestuurbaar. Dan moet je echt je hoofd koel houden, kalm blijven, camper naar de vluchtstrook zien te wiebelen…. En dat deed Wil zó goed, he. En niet gehinderd door enige kennis van de Franse taal ging ie toch dapper op weg naar die praatpaal. Met een kladje van mij met een paar zinnen en paar tips over fonetische uitspraak. Zodat ik die vluchtstrook niet op hoefde op weg naar die paal en terug.

We gaan hier morgen genieten, nog een nachtje bijtekenen als de camping eigenaar aanwezig is. En woensdag het bandenprobleem proberen op te lossen, want reizen zonder reserveband is alleen maar leuk als je zeker weet dat je niet nóg een klapband krijgt.

Dag 4 (dinsdag 15 mei 2007): rustdag.

Een heerlijke, relaxte dag. We moesten wel de luifel uitzetten om wat schaduw te hebben op het heetst van de dag. De zon is hier heel sterk, en ik blijf van 11.00 tot 16.00 het liefst in de schaduw. Dit was een dag van genieten en strandwandelingen en naar de haven geweest en heerlijk een boek zitten lezen met een Rosé erbij… en lekker bijlullen met Wil. Wij zijn de enige Nederlanders op deze camping, het valt ons op hoe vriendelijk de andere gasten zijn. Iedereen die langs komt – op weg naar het strand – groet vriendelijk.
Taal blijkt steeds minder een probleem, het is een kwestie van durven praten, desnoods met handen en voeten… Wil spreekt vloeiend Duits, dus die kon met een Duitse gast leuk praten. Maar ik kon dat gesprek ook volgen, dus misschien is mijn Duits ook niet zo barslecht als ik dacht… En Wil zijn Frans is niet best, maar hij komt daar ook verder prima uit en krijgt de info die hij zoekt ook wel. Want hij kan de zinnen niet vormen, maar kent wel de woorden. En of je nou “je voudrai manger quelque chose” zegt of “manger?” , in beide gevallen snapt men wel dat je een hapje wilt eten, om maar wat te noemen.
De sfeer is hier leuk, ik ben erg gevoelig voor sfeer, en hier voelt het goed.
Ik was onder de indruk van de eigenaar van de camping ( hij kwam vandaag even langs). Die spreekt accentloos Duits! En hij raadde ons een adresje in Agde Centrum aan, waar we een reserve band zouden kunnen krijgen.
Opmerking: Wat ons na 4 dagen opvalt: de mensen die in het voor-seizoen rondtrekken met een camper of caravan, dat zijn mensen van onze leeftijd of ouder. En die stelletjes lopen allemaal nog hand-in-hand…
Ik dacht dat Wil en ik soortement van uniek waren, dat we na bijna 25 jaar nog zo dol op elkaar zijn. Maar dat is niet zo, hoor. We zien veel stelletjes die het nog steeds super leuk hebben samen. Achter ons staat een Duits stelletje, die hebben alleen een puptentje (dat is dus écht kamperen) Ik denk dat het vijftigers zijn. En ik zie hoe hij naar haar kijkt en zij giechelt dan zo leuk. En als hij wat tegen haar zegt, dan lacht ze zo verlegen. Die man is een doorsnee man. Die vrouw is een leuke vrouw om te zien maar niet meer dan dat. Maar als die twee samen hand in hand naar het strand lopen, dan straalt zij. En hij kijkt zo tevreden. En hij lacht zo lief naar haar. Heel leuk om te zien. 
Ik verwacht dat het weer vanaf hier minder gaat worden, naarmate we richting huiswaarts gaan. We zullen zien… Morgen richting Cahors.

Dag 5 (woensdag 16 mei 2007).

Planning: in de buurt van Cahors
Terechtgekomen in: Montcabrier
Gereden: 352 km.

De dag begon met regen. Eerst naar Agde om een reserveband te scoren. Helaas had geen van de pneu-boeren een passende pneu en een dag wachten tot ie binnen was wilden we ook niet. Dus op hoop van zegen maar op weg naar Cahors. (Wil overigens met rood neusje en rode armen, die is gister verbrand, te lang in de zon gezeten)
Dit was de dag van de berg-rit (Midi-pyrénees) en voor iemand als ik – met erg veel last van hoogtevrees – was vooral het eerste stuk éng, brr… Hoogtevrees is eigenlijk dieptevrees. Je bent niet bang voor hoe hoog je zit, je bent bang voor de diepte eronder… de stijging e.d. had ik geen last van. Maar die bochten… zo’n scherpe bocht naar links en ik kijk rechts de diepte in, dan draait mijn maag zich om, ik krijg dan het gevoel dat ik in een achtbaan zit, waar de baan een bocht naar links maakt en ik met mijn karretje rechtdoor ga en van de rails af val, de diepte in stort… het engst vond ik het viaduct bij Milau. Dat stukje is tolweg. Kostte ons 8,10 euro. Ik had korting moeten vragen, want ik heb van het hele viaduct en de diepte eronder niets gezien, durfde niet te kijken. O, en dat het op een gegeven moment zo mistig werd in de bergen, daar was ik ook niet blij mee. Maar ik heb het overleefd, en de stukken N en D – wegen waren een stuk minder eng gelukkig. De rit was verder erg mooi, vooral de velden vol klaprozen, een prachtig gezicht is dat. En die velden wisselen af met velden vol boterbloemen, echt heel mooi. En als je hoog zit, en je kijkt naar beneden naar het dal, waar het dorpje uit miniatuurhuisjes lijkt te bestaan, ja, dan moet je wel kijken, ondanks je hoogtevrees.
Route uitstippelen en kaartlezen gaat me steeds beter af. Alleen op het laatste stukje een giga blunder. We wilden nl. naar Montcabrier, camping Moulin de Laborde. Reden: de omschrijving in het ACSI gidsje, dat de familie van Bommel die camping heeft opgezet. Wekte onze nieuwsgierigheid naar de familie van Bommel. Nou nam ik de routebeschrijving uit die gids en liet Wil richting Gourdon rijden. Halverwege die weg zag ik dat we de verkeerde kant uitreden. Wij kwamen namelijk uit Zuid Frankrijk, en die omschrijving is natuurlijk bedoeld voor als je vanuit Nederland komt en ver vóór Cahors de afrit 56 neemt, en wij kwamen van de andere kant, door Cahors heen.. oeps dus. Omgekeerd en teruggereden, denk dat we zo’n 40 km omgereden hebben.
18.30 uur waren we op plaats van bestemming. We mochten een plaatsje zoeken, mevr. Van Bommel zei ons, niet voor op het terrein te gaan staan, daar was het erg drassig. Nou bedoelde zij met “voor” vanuit de receptie gezien. Wij begrepen “voor” als vooraan bij de camping… dus wij rijden naar een plaatsje, Wil zegt nog: “goh, hier voelt het ook al best drassig, hoor.” En flats, daar zaten we dus vast, he… Camper niet meer voor- of achteruit te krijgen, en dan kan je beter niet meer gassen, want je graaft je dan alleen maar dieper de blubber in. Maar geen nood: Dhr. Van Bommel had een tractor, weliswaar een oud beestje uit de jaren 50, maar hij trok de camper zo los. Nu staan we veilig op het grint.
De camping is klein en gemoedelijk, de toiletgebouwen heel netjes, de douches lekker heet. De receptie, bar, restaurantje en hun woonhuis zit in een prachtig oud pand (rond 1600 gebouwd). De familie komt oorspronkelijk uit Den Haag, zij runnen de camping nu 21 jaar. Daaraan vooraf gingen 6 jaren van zoeken, opties, geen vergunning of de kans werd net voor hun neus weggekaapt. Maar uiteindelijk is het toch gelukt. Zij genieten hier van hun vrije leven en verlangen absoluut niet terug naar Nederland en het stadsleven. Hun kinderen en kleinkinderen leven immers ook in hun tweede vaderland.
Het was te laat om zelf te koken, dus we hebben wat gedronken aan de bar, Mevr. Van bommel heeft heerlijke frietjes en hamburgers voor ons gebakken en morgen zorgt ze voor verse broodjes voor ons.
Wij vinden deze camping de moeite waard om aan te melden bij www.campercontact.nl Bij thuiskomst maar eens uitzoeken hoe dat moet.
Het was een vermoeiende, maar ook leuke dag. Wil slaapt al, terwijl ik mijn verslagje typ. Morgen verder naar Poitiers.
O, nog bijna vergeten te vertellen: onderweg bij een groot bandencentrum toch nog een reserveband kunnen scoren. 160 eurootjes armer, maar weer heel wat rubber rijker.

Opmerking: Ik heb nooit het plan, noch de pretentie gehad, leuke reisverslagen te gaan schrijven. Ik lees ze wel graag, reisverslagen van mensen die “proeven” aan alles wat een streek biedt, die verslagen zijn boeiend en informatief. En voor anderen qua tips heel interessant.
Mijn verslag is meer een persoonlijk verslag voor onze (internet)vrienden, “waar Giely en Wil nu weer uithangen.” Ik heb na onze eerste 4-daagse proefvakantie op MEO (mijn Meat Loaf forum) een verslagje gezet en op het forum voor mijn jijbent.nl- team. En verder dat verslagje doorgemaild aan wat vrienden. Maar blijkbaar vonden die dat leuk, want toen ze hoorden dat we 9 dagen Frankrijk gingen doen, werd er weer om een verslagje gevraagd.
Dus daarom toch het voornemen om elke dag ff wat te tikken, wat onze (internet)vrienden dan achteraf kunnen lezen. De enige nuttige info die camper-eigenaars en andere reizigers er uit zouden kunnen halen, is volgens mij de mening over bepaalde campings, meer niet…

Dag 6 (donderdag 17 mei 2007).

Planning: in de buurt van Potier
Terechtgekomen in: Chauvigny
Gereden: 272 km.

We hebben geen internetverbinding meer gehad, kon hier helaas niet meeliften op een onbeveiligde verbinding, (wel de kids gemaild via de blackberry van Wil) maar toen we vertrokken uit Nederland, hebben we gekeken naar de weersverwachting overal in Frankrijk. Tot nu toe hebben we steeds goed gekozen; de dag dat wij in een bepaalde plaats waren goed weer, de volgende dag vertrekken met regen, maar wederom richting mooi weer gereden. Gister voor het eerst niet gelukt: we konden gisteren niet buiten zitten ’s avonds.
Vanochtend de beloofde verse broodjes gegeten in Montcabrier, vertrokken met regen. De rit richting Poitiers was niet zo mooi qua omgeving, vonden we. Maar kan ook aan de regen gelegen hebben, hoor. We vergisten ons ergens in een dorp en kwamen op een D weg terecht (Plan was de N weg aanhouden). Daar zaten we kilometers lang achter een vrachtwagen die de hellingen nauwelijks op kwam. Te zwaar beladen, denken we. En er waren daar teveel bochten om te gaan inhalen. Maar toch rond 16.00 uur op plaats van bestemming: Camping Municipal de la Fontaine in Chauvigny.

Chauvigny is een middeleeuws stadje met 5 kastelen/burchten plus de St. Pierre, allemaal in de Middeleeuwen binnen dezelfde (beschermende) muren gebouwd, uniek in europa. De camping is op loopafstand van het stadje, we hebben het dan ook uitgebreid bewonderd. Ik was niet zozeer onder de indruk van de bouwwerken op zich, maar wel van de gedachte dat dat allemaal zoveel eeuwen geleden al gebouwd is en er nog steeds staat, he.
We hebben daar trouwens super goedkoop en lekker gegeten bij Les choucas, plat du jour gekozen. 7,50 voor het eten. Wil had vis, ik had een grote biefstuk. De wijn: ik heb duidelijk gemaakt dat ik een simpel glas droge witte wijn wilde, niks speciaals, geen karaf, gewoon een simpel glas droge witte wijn. Dat begreep ze. De camping zelf: zó goedkoop en zo goed hebben we het deze trip nog niet getroffen. Camper plus stroom kostte 7,40 euro voor 1 nacht. Toiletten erg schoon en voorzien van toiletpapier, douches met een thermostaatkraan, je kan de temperatuur zelf regelen. Verwarmd toiletgebouw! Plus: er is een plek waar je je vuilwatertank kan legen, je schoonwatertank kan vullen en je chemisch toiletje kan legen. Echt super!
En dan het weer… tja, we rijden weer noordwaards, dus we hadden verwacht na al die dagen mooi weer, dat het vanaf vandaag wel bergafwaarts zou gaan met het weer. Maar we kwamen hier aan en het was droog en volgens mij 18 graden. En het werd steeds beter… om 23.00 uur hebben we de tafel en de stoelen naar binnen gebracht, omdat we morgen weer een lange rit voor de boeg hebben. Niet omdat het afkoelde… het was windstil en zo zacht, en ik zit dit om 23.50 uur te typen en in de camper is het echt warm nu.
Morgen richting Rouen

Opmerking: Ik heb een tijd terug www.giely.nl als domein geregistreerd, en Wil opperde het idee, dat het handiger was als ik daar mijn poging-tot-verslag-doen upload en dan onze vrienden die link stuur. Scheelt idd weer knip-en plakwerk ja…

Dag 7 (vrijdag 18 mei 2007).

Planning: in de buurt van Rouen
Terechtgekomen in: Déville les Rouen
Gereden: 351 km.

Opgestaan met stralend weer. Op deze camping komt om 8.15 uur een bakker de camping oprijden, hij kondigt zijn komst aan door te toeteren, hoorden we gister bij de receptie. Dus weer een lekker vers baquetje gescoord. We besloten vóór het ontbijt te vertrekken en eerst een stuk te gaan rijden.
De rit van Poitiers naar Rouen kan ik kort over zijn: een draak van een rit, echt waar. Een stuk vóór Chartres op de N10 wilde ik al stoppen om te lunchen. Maar tot aan Eterneux geen parkeerplaats meer te bekennen. Dus maar doorkarren, terwijl we gewoon moe waren. Dan de N154 naar Rouen: was een snelweg, waar niks moois te zien was. Niks aan: gewoon stom kilometer-vreten. Gelukkig hadden we wel onderweg een Intermarché gevonden om onze voorraad voedsel weer op peil te brengen. Om 16.30 uur waren we pas in Rouen, spitsuur, giga druk. Maar ja. We vonden gelukkig wel snel het bordje naar Déville Les Rouen, waar we op de municipal camping wilden overnachten.

Die camping is midden in het stadje, en is precies zo ik me de municipal-campings van vroeger herinner: wel schoon, maar erg verouderd sanitair. Het stadje is wel aardig om doorheen te wandelen. Er zit ook een bakker dus joepie en hoera: morgen wederom vers brood voor het ontbijt.
Het is nu 22.00 uur, we moesten naar binnen want het begon te regenen. Jammer, want de temperatuur was zo lekker, zeker nog 20 graden schat ik.
We hebben net nog een stel Italianen op weg geholpen, zij snapten niet waar ze hun chemisch toilet moesten legen en waar ze hun schoonwatertank konden vullen. De Italiaan gaf aan “a little bit English” te praten, maar het communiceerde prima, hoor.

Morgen op weg naar Gravelines, een dorp/stadje met een camping aan zee, tussen Calais en Duinkerken in. We gaan morgen niet voor het “onderweg-zijn”, morgen gaan we voor het “snel-ter-plekke-zijn”. We nemen daarom de tolweg en hopen in de loop van morgenmiddag te arriveren.

Opmerking: deze road-trip zit er bijna op. Wil en ik weten nu zeker: op vakantie met een Camper is écht wat voor ons. We voelen ons ook helemaal thuis in de camper.

Dag 8 (zaterdag 19 mei 2007).

Planning: in de buurt van Duinkerken
Terechtgekomen in: Gravelines/Grand Fort Philippe
Gereden: 225 km.

We werden allebei pas 8.45 uur wakker, ons bed in de camper ligt heerlijk, zelfs Wil slaapt uit (voor zijn begrippen dan he, om 8.45 uur opstaan is voor hem uitslapen, voor mij normale tijd om de dag te beginnen).
Vandaag snelweg/tolweg genomen. Dat rijdt heel anders dan N en D wegen, maar is ook een keer leuk. En veel mogelijkheden om even te stoppen en de benen te strekken. Om 14.00 uur al in Grand Fort Philippe gearriveerd. Bordje camping gevolgd: geen camping te bekennen. Maar doorrijden en nog eens zoeken. Ah… weer een bordje Camping. Dat bordje stuurde ons echter weer terug naar het andere bordje camping. *zucht* Een paar mannen aangesproken die een busje stonden uit te laden. Een heel verhaal in het Frans natuurlijk, ik dacht dat ik het snapte, maar teruggekeerd in de camper wist ik niet meer zeker of ie nou a droite of a gauche zei… toch maar geprobeerd de aanwijzingen te volgen. Na enig rondrijden kwamen we dus weer langs hetzelfde busje he he.. En nou werd het een principe-kwestie, he: die verrekte camping was er en we moesten en zouden het kreng vinden ook. Bij het haventje liep een stelletje met een hondje. Wil op de rem, ik die camper uit en weer vragen. Weer dat snelle gepraat, dus heb ik maar gevraagd of ze langzaam wilde spreken, want dat ik een Nederlander was en niet goed Frans sprak. Ah, dat begreep ze, natuurlijk, zei ze. En toen ging ze echt super langzaam instructie geven hoe we op die camping moesten komen. En haar man herhaalde dat alles nog eens heel behulpzaam. Hartstikke lief van die mensen. Nou, toen hadden we het zo gevonden.
Dus om 14.30 uur zaten we weer lekker voor ons campertje in het zonnetje met een bakkie koffie. En zo hebben we heerlijk zitten relaxen tot 21.00 uur, ook wat rondgewandeld en zo. Wil heeft ook weer heerlijk voor me gekookt, hij vindt dat leuk, koken. Ik ook (niet het koken, maar het feit dat Wil koken zo leuk vindt)
Het koelt hier wel hard af, we zijn toch maar binnen gaan zitten nu. We spraken nog een Nederlandse dame, die gaat met haar man echt 2 maanden aan 1 stuk rondtrekken. Tja, dat zit er voor ons de komende 15 jaar echt nog niet in. 2 maanden aaneen van huis lijkt me ook echt te lang trouwens.

Opmerking: Morgen naar huis, dan zit deze trip er weer op. Eigenlijk kunnen we niet wachten om de volgende trip alweer te gaan plannen.
We moeten morgen wel goed oppassen een paar pauzes in te lassen. Want hoe leuk de vakantie ook was: de dag dat we naar huis gaan, dan zijn wij als paarden die de stal weer ruiken. En ineens kunnen we dan niet wachten om het bordje Vlijmen weer te zien.